Je moet maar op het idee komen, pizza's met een gleuf. Na zijn succes in Tokyo opende Stefano Callegari vorige week zijn trapizzini in New York. Nog niet zo lang geleden begon hij een pizzeria in Rome, in de volkswijk Testaccio en bedacht hoe hij de volkskeuken van Rome kon doorgeven en bekend maken. Het ging om de armeluis stoofpotten zoals milt in uiensaus, gekookte pens in tomatensaus, padellaccia (slachtafval) van het varken.
Maar hoe kan je dat als streetfood verkopen? Hoe kan je met druipende saus over straat lopen? Hij bedacht de trapizzini, een samenstelling van tramezzini en pizza. Een vierkant broodje van een soort pizzadeeg dat je diagonaal doorsnijdt, openmaakt en het 'puntzakje' vult met een schep uit de dampende pannen met regionale gerechten. Gelukkig voor ons staan er ook herkenbare namen op de kaart zoals gehaktballetjes in tomatensaus, kip in jagerssaus en broccoli met amandelen en pecorino.
Met de ingrediënten uit de Italiaanse week van Lidl assembleerde ik een wannabe trapizzino:
1 ciabattabroodje per twee trapezzini
1 potje tomatensaus of sugo alla wat je lekker vindt
verse (Italiaanse) worstjes
eventueel Parmezaanse kaas
Bereiding:
- Verwijder het vel van de worstjes en draai kleine balletjes van het vlees. Bak ze in een beetje olijfolie.
- Snijd twee zo groot mogelijke driehoeken uit de ciabatta. Omdat het broodje niet vierkant is, zul je een stuk in het midden overhouden. Piep de driehoeken even op in de oven.
- Verwarm de sugo. Meng de gehaktballetjes door de sugo.
- Snijd de broodjes open en vul ze met een een schep van de 'polpettine al sugo'.
Idee voor de Hollandse pot met uierboord, zoer vleis of balkenbrei met zure zult?