zondag 16 juli 2023

Gado Gado rolletjes


Dit recept voor knapperige, rijstpapierrolletjes van kookboekauteur en receptontwikkelaar Lara Lee is een interculturele twist op twee streetfoodiconen, de ene uit Vietnam en de andere uit Indonesië.

De eerste inspiratiebron is de verfrissende Vietnamese gỏi cuốn, wat vertaald "saladebroodjes" betekent. Naast het populaire straatvoedsel worden ze thuis vaak in doe-het-zelfstijl geserveerd; gasten kunnen de rolletjes naar eigen smaak vullen met schalen wikkels, groenten, noedels en varkensvlees of garnalen. De tweede is Indonesische gado-gado, een kleurrijk samengestelde salade met een pittige pindadressing. De salade, die in Indonesië als nationaal gerecht wordt beschouwd, bevat traditioneel tempeh, tofu, groenten, lontong, hardgekookte eieren en emping- of krupukcrackers. Deze verse gado-gado rolletjes zijn Lee's eerbetoon aan beide culinaire tradities; ze wikkelen de verse ingrediënten van de Indonesische gado-gado in Vietnamese rijstpapierwikkels.


 Ingrediënten voor  4 personen.

Gado Gado saus:

Gebruik een zakje sausmix voor gado gado  of maak zelf:

  • 1/4 kop plus 2 eetlepels (of meer) plantaardige olie
  • 2/3 kop ongezouten, droog geroosterde pinda's, bij voorkeur met vel
  • 2 grote sjalotten, in dunne plakjes gesneden
  • 6 teentjes knoflook, in dunne plakjes gesneden
  • 2  chilipepers, in dunne plakjes gesneden
  • 5 eetlepels kecap manis
  • zout

Vulling:

  • 225 gram stevige tofu, 1/2 cm  gesneden
  • 12 vellen rijstpapier van 20 cm
  • 3 kopjes luciferdikke gesneden knapperige groenten (zoals wortel, komkommer en/of taugé)
  • ½ krop Romaine sla, in dunne plakjes gesneden
  • 5 eetlepels kecap manis
  • 4 hardgekookte eieren, gehalveerd
  • Kroepoek of emping  (om te serveren)


Bereiding

1. Stap 1: de saus

Verhit ¼ kopje olie in een grote koekenpan op middelhoog vuur. Bak de pinda's al omscheppend tot ze licht donker worden, ongeveer 1 minuut. Voeg sjalotten, knoflook en chilipepers toe en bak, onder af en toe roeren, tot de sjalotten en knoflook zacht zijn geworden, ongeveer 3 minuten. Doe het pindamengsel met een schuimspaan over in een blender; veeg de pan uit en bewaar. Voeg 5 eetlepels kecap manis en ⅔ water toe aan de blender en breng op smaak met zout. Mix, indien nodig met een eetlepel water per keer, tot een gladde, gietbare saus. Doe de saus over in een kleine kom.

Stap 2

Dep de tofu droog. Verhit  2 eetlepels olie in de gereserveerde koekenpan op middelhoog vuur. Bak de tofu in batches, voeg een scheutje olie toe als de pan droog lijkt, tot de tofu op sommige plekken goudbruin is, ongeveer 2 minuten per kant. Leg de tofu op keukenpapier en breng op smaak met zout. Snijd in ongeveer 5 cm lange lucifers.

Stap 3

Dompel de rijstpapierrondjes één voor één onder in een grote ondiepe kom met heet water en laat ze weken tot ze buigzaam maar niet slap zijn. Breng het over naar een werkvlak en schik 3-4 stukken tofu, ¼ kopje groenten en een flinke ¼ kopje sla horizontaal over het midden, laat aan elke kant 5 cm ruimte over (pas op dat je niet te veel vult). Besprenkel met ¼ theelepel kecap manis. Vouw met vochtige vingers de zijkanten naar boven en over de vulling, vouw vervolgens de kant die het dichtst bij u ligt naar boven en over de vulling en rol voorzichtig maar strak op.

Stap 4

Snijd de rolletjes diagonaal doormidden. Schik op borden met eieren en emping. Serveer met pindasaus om te dippen.

Recept van Bon Appétit. Door de ketjap werden mijn rolletje bruin, wat niet zo'n mooi gezicht is. Je zou ook geblancheerde koolbladeren kunnen gebruiken.


De foto uit Bon Appétit


Geen opmerkingen: