Ingrediënten:
400 ml rode port
6 el rietsuiker
2 el aceto balsamico
16 ronde middelgrote sjalotten of borettane uitjes
4 plakjes bladerdeeg
2 el bloem
1 klontje boter
2 el zachte roomboter
1 ei
Voorbereiding:
- Kook in een brede pan de rode port met 2 eetlepels rietsuiker en de aceto balsamico tot de helft in tot het bubbelt en licht stroperig is.
- Pel en halveer de uitjes. Zorg er hierbij voor dat ze niet uit elkaar vallen. Blancheer ze 1 minuut in licht gezouten kokend water, schep ze uit het water en laat ze goed uitlekken op keukenpapier.
- Voeg de sjalotten toe aan de portsiroop, laat circa 3 minuten zacht koken, zodat de sjalotten de portsiroop kunnen absorberen.
- Laat het bladerdeeg ontdooien en rol elk plak uit met iets bloem tot een lap van circa 2 millimeter dik. Laat het deeg 2 minuten rusten, dan kan het iets krimpen en bakt het gelijkmatiger. Snijd of steek er cirkels uit die iets groter zijn dan de vorm.
- Bestrijk bakvormpjes van 8 à 9 centimeter doorsnede royaal met boter en strooi er de resterende rietsuiker over. Klop de overtollige suiker er uit.
- Leg de sjalotten met de bolle kant naar beneden in de taartvormen en lepel er nog wat saus over.
- Bestrijk de deegcirkels met losgeklopt ei. Prik met een vork gaatjes in het deeg. Dek de sjalotten af met een plak bladerdeeg. Stop de zijkanten van het deeg losjes in de vorm. Bewaar de tarte tatins in de koelkast.
Afmaken:
Verwarm de oven voor op 200 °C. Bak de tarte tatins 12 tot
15 minuten in de oven tot het deeg goudbruin, gaar en knapperig is.
Gegeten met reebiefstuk, die ik inwreef met veel gedroogde tijm.
Recept van Angélique Schmeinck